Be Flex - sociaal maatschappelijke ondersteuning

Onze maatschappij kent grofweg twee groepen mensen: 1) de mensen die goed mee kunnen komen in de maatschappij en 2) degenen die dat niet of niet zonder hulp kunnen. Om deze laatste groep te helpen is inzicht nodig in de factoren die ertoe leiden/ bijdragen dat men niet goed mee kan komen.

Be Flex beschikt over deze inzichten, enerzijds vanuit haar jarenlange ervaring met de bijzondere woondoelgroepen en anderzijds door haar zeer nauwe samenwerking met kennisinstituten als het SEV en universiteiten (in het bijzonder de Erasmus universiteit).

Be Flex past deze unieke kennis toe bij het adviseren over dan wel het zelf opstellen van beleidsplannen gericht op het vooruitkomen van bijzondere (woon)doelgroepen.

Maatwerk

Het zijn vaak dezelfde factoren die ervoor zorgen dat bepaalde doelgroepen niet goed mee kunnen komen. En het zijn ook vaak dezelfde mechanismen die ingezet kunnen worden om het tij te keren. En toch is er altijd weer sprake van maatwerk. Moet er per situatie worden nagegaan welke organisaties welke rol vervullen, wie zich betrokken genoeg voelt om zich ook echt voor de doelgroep te willen gaan inspannen enzovoorts.

Het begint met onderzoek …

De eerste stap bestaat dan ook altijd uit een quick scan. Belangrijk onderdeel hiervan is een krachtenveldanalyse en onderzoek onder de doelgroep zelf. Zodra alle ‘spelers’ en de specifieke wensen en behoeften bekend zijn, kan een aanvalsplan worden opgesteld. Zo’n plan omvat een aantal gebruikelijke, maar ook een aantal ongebruikelijke aandachtsvelden. Zo wordt er naast de gebruikelijke sociaal economische aspecten als opleiding en inkomenssituatie ook gekeken naar deelname aan cultuur en sport, aan maatschappelijke participatie dus. Of naar de cohesie binnen de eigen gemeenschap en de mate van organisatie daarbinnen. Allemaal zaken die een rol spelen bij de relatie van een gemeenschap met haar omgeving en met partijen als gemeente of corporatie.

Terugkijkend op onze ervaringen met deze aanpak kunnen we met enige trots constateren dat het al op verschillende plekken gelukt is ‘leden van opgegeven doelgroepen’ te helpen toch weer mee te kunnen doen in de maatschappij.